Lagersmering: hoe, wanneer, waarmee?

Elke toepassing vereist een specifieke methode van smering met het daarbij behorende geschikte smeermiddel.

Bij wentellagers wordt in 90% van alle gevallen vetsmering toegepast. In de overige 10% van de gevallen wordt er voor een oliebad, olienevel of olieinspuitsmering gekozen. Als de constructeur voor oliesmering kiest, dan hangen daar onmiddellijk constructietechnische aanpassingen mee samen.

Het berekenen van het nasmeerinterval en de nasmeerhoeveelheid is van groot belang om het vet gedurende de gehele levensduur in een optimale conditie te houden. Te frequent nasmeren is belastend voor het milieu en brengt onnodige kosten met zich mee. Nasmeren met een te grote hoeveelheid kan ook lagerschade tot gevolg hebben. Het overtollige vet genereert veel wrijving en gaat werken als een isolator waardoor de temperatuur in het lager hoog oploopt. Hiermee wordt ook het belang aangetoond van een vetuittrede-opening ter plaatse van het lager als er nagesmeerd gaat worden. In de meeste gevallen is een vetvulling van maximaal 50% van de vrije lagerruimte ruim voldoende om het lager optimaal te laten functioneren.

Bij de berekening van de lagerlevensduur wordt uitgegaan van een goede smering. Een direct gevolg van onvoldoende smering is dat de lagerlevensduur gereduceerd wordt. Het doel van smering bij wentellagers is het voorkomen van metallisch contact tussen wentellichamen en loopbanen.

Metallisch contact onder belasting veroorzaakt het zogenaamde “koudlassen” (grenssmering) waardoor het vermoeiingsproces van het materiaal wordt versneld. Er ontstaan aanzienlijke beschadigingen en uitbrokkelingen op de loopbanen en de wentellichamen.

De belangrijkste functies van het smeermiddel bestaan dan ook uit:

  • Het uitsluiten van metallisch contact tussen wentellichamen en loopbanen
  • Het verminderen inwendige wrijvingsweerstand van het lager
  • Het verminderen corrosie als gevolg van vochtintrede
  • Het beschermen tegen vervuiling van buitenaf

Er zijn drie soorten smering te onderscheiden:

  • Geen smering
  • Onvolledige- (gemengde smering) of grenssmering
  • Volledige smering (Hydrodynamische smering)

Geen smering heeft een grote adhesieve slijtage als gevolg. Deze situatie dient uiteraard vermeden te worden.
Bij grenssmering is er sprake van onderling contact wanneer twee oppervlakteruwheidpieken tegenover elkaar liggen door het ontbreken van een smeerfilm. Dit onderlinge contact heeft tijdens het inlopen lichte adhesieve slijtage en vervuiling van het smeermiddel met metaaldeeltjes tot gevolg.

        
Grenssmering                      Gemengde smering

Als er sprake is van volledige smering zal er alleen nog vloeistofwrijving zijn.

In dit geval wordt de levensduur van het lager geheel bepaald door de vermoeiingsgrens van het lagermateriaal. Deze situatie is uiteraard optimaal, maar wordt nagenoeg nooit bereikt.


Hydrodynamische smering

Ben je direct nieuwsgierig naar meer details, neem dan contact met ons op via onderstaande invulvelden. Dank je wel alvast.